10 december – wereldlichtjesdag
Elk jaar de tweede zondag van december is het wereldlichtjesdag. In meer dan 80 landen steken mensen een kaarsje aan voor overleden kinderen.
We steken een lichtje aan. Hallo Sterre, zeggen we dan traditie getrouw. Sterre heeft haar eigen kaars. Die steken we niet alleen aan in de donkere maanden of op wereldlichtjesdag. Die steken we aan als we aan haar denken, als we haar missen, als we ons verdrietig voelen of als er iemand steun nodig heeft. Net als dat we traditie getrouw als er in een kerk een mogelijkheid is een kaarsje aan te steken er eentje voor haar branden. Dan zeggen we niet alleen hallo, maar zwaaien we haar ook dag als we gaan.
De allereerste keer dat ik een kaarsje voor haar aanstak zat ze nog in mijn buik. We waren op vakantie in Frankrijk. In een klein Frans dorpje, in een grote kerk. Ik legde mijn hand op mijn buik en zei zachtjes laat het goed gaan met ons kindje. Laat ons kindje groot en sterk worden. Laat het alsjeblieft goed gaan, want je bent zo gewenst. Ik had al vroeg in deze zwangerschap een onrustig gevoel, zou het wel goed komen. Verder nergens op gebaseerd. Alleen dat sterke gevoel…
Met de peuters dansen we deze maand van de Sterrekindertjes. Een oud prentenboek. Joris werd er vroeger uit voorgelezen. De Sterrekindertjes zijn wakker als wij hier op aarde slapen. Dan beleven ze avonturen. Allemaal hebben ze in hun handje een lantaarntje. Ze wandelen, ze spelen, hengelen naar de sterretjes.
Na mijn miskraam, wat tegelijk de geboorte van Sterre was. Dat piepkleine meisje zo groot als mijn hand. Met teentjes zo groot als een speldenknopje. Haar hoofdje te groot voor haar lijfje. Dat piepkleine meisje, werd op diezelfde dag ons Sterrekindje. En in die week daarna kwam, ik weet niet precies meer wanneer, mijn schoonmoeder langs met het boek. De Sterrekindertjes. Om voor te lezen voor Noor, zei ze. Hoeft nog niet nu, misschien wel, misschien ook niet, misschien later, kijk maar. Ik kende het boekje niet. Bekeek het van de buitenkant voelde een brok in mijn keel en legde het weg. Later las ik het voor, aan Noor, terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. Wat een mooi verhaal. Om voor te lezen, de prenten te bewonderen, de fantasie mee te prikkelen.
We zijn het blijven lezen voor Noor. En Sterre die werd een sterretje voor haar. De helderste in de lucht. Altijd als ze buitenkomt in het donker zoekt ze haar op. Dan roept ze, hallo Sterre. Onlangs is ze vriendjes geworden met planeet mars. Die kun je volgens Noor ook goed zien, staat naast Sterre. En overdag dan slaapt Sterre, niet zoals de Sterrekindertjes in de wolken, maar bij de Sterreboom. Maar soms is ze overdag ook een vlinder. Waar ze achteraan kan rennen.
Wat is het mooi om met de peuters te dansen over de Sterrekindertjes. Alsof de cirkel rond is. Sterre – Sterrig – dansen met de kindjes over de Sterrekindertjes. Het is zo sfeervol. De lampjes zacht en allemaal kaarsjes in de Sterrigruimte. Allemaal sterretjes op de grond. Het boek wordt voorgelezen, de prenten worden bewonderd en we dansen het verhaal. Magisch.
1 gedachte over “Wereldlichtjesdag en de Sterrekindertjes”
Reacties zijn gesloten.